Toen ik voor het eerst met anarchistische ideeën in contact kwam, eind jaren ‘70, begin jaren ‘80, was het, dankzij de invloed van de Situationistische Internationale en de betere aspecten van de tegencultuur, erg gewoon om woorden als ‘spelen’ en ‘het subversieve spel’ in de mond te nemen. Er valt veel te leren van het denken over onze praktijk in die termen. Meer in het bijzonder denk ik dat kijken naar de anarchistische revolutionaire praktijk als een subversief spel een vruchtbare visie is op anarchistische doelen, principes en methoden, als een basis om onze strategieën en tactieken op te ontwikkelen.
Wat anarchisme altijd heeft onderscheiden van andere ideeën van radicale verandering is dat anarchisten hun ideeën in het algemeen beschouwden als iets om zo veel mogelijk in het hier en nu te leven en tegelijk als na te streven doelen op wereldschaal. Hoewel er zeker anarchisten zijn geweest die er voor hebben gekozen zich alleen op politiek te richten, geeft de idee van het gelééfde anarchisme onmiddellijk een veel ruimere reikwijdte aan dat anarchisme, voorbij die magere visies, naar het echte, volle leven toe.
Daardoor is het dat de anarchistische praktijk op een spel lijkt. Laat me dat uitleggen. Een spel zou je kunnen omschrijven als een poging om een specifiek doel te bereiken, waarbij je enkel die middelen gebruikt die aan zekere voorwaarden voldoen, voorwaarden die door de betrokkenen aanvaard worden omwille van het plezier dat ze er in vinden, hoewel ze het misschien moeilijk maken de doelstellingen op een efficiënte manier te realiseren. Het doel van de anarchistische praktijk is dan een wereld vrij van overheersing, zonder staat, economie of de ontelbare instituties die ons bestaan nu definiëren. Ik pretendeer niet dat ik weet wat de meest efficiënte weg zou zijn om dat doel te bereiken. Vanuit een anarchistisch perspectief zijn er nog geen succesvolle revoluties geweest, dus we hebben geen model om te bepalen wat efficiënt is. Maar voor wie naar dat doel verlangt, niet vanuit een plichtsgevoel, als een morele zaak, maar eerder als een weerspiegeling op grote schaal van wat ze hier en nu willen, zijn kleinzielige berekeningen van wat wel of niet efficiënt zou zijn nauwelijks van belang. Ik weet dat ik liever wil proberen dat doel te realiseren op zo’n manier dat ik er het onmiddellijke plezier in ervaar om opnieuw mijn leven op te eisen hier en nu, tegen de stroom in van de sociale orde ik probeer te vernietigen.
Hier komen de anarchistische ‘principes’ -de ‘regels’ van het spel- in het geding. De weigering om leiders te kiezen, om bepaalde wetten te promoten, om met de vijand aan de onderhandelingstafel te gaan zitten, enzovoort, zijn gebaseerd op het verlangen om onze levens weer in eigen handen te nemen, om het spel zo te spelen dat we er onmiddellijk plezier uit halen. We kiezen die ‘regels’ dus niet vanuit een moreel plichtsgevoel, of omdat ze de meest efficiënte manier zijn om onze doelen te bereiken, maar wel omwille van het plezier dat we er aan beleven.
In dat opzicht kunnen we ook begrijpen waarom op het niveau waar onze vrijheid het sterkst onder druk staat -het niveau van het overleven in een wereld gebaseerd op economische verhoudingen die altijd aan de volheid van het leven tegengesteld zijn- we gelijk welke methode zullen kiezen om ons in leven te houden. (Hoe zouden we anders dit spel kunnen spelen?) We zullen doen wat moet in die situaties (werken, stelen, oplichting, enzovoort) als tijdelijke maatregelen om ons vermogen in stand te houden om onze levens terug te nemen en te vechten voor de wereld die we willen, tegen die druk in. Dit is in feite een van de aspecten van het subversieve spel in de praktijk. Hier moet je denk ik een onderscheid maken tussen de outlaw en de anarchist die het subversieve spel speelt. Natuurlijk, elke anarchist is in zekere zin een outlaw, omdat we allemaal de idee verwerpen dat we ons handelen op wetten moeten baseren. Maar de meeste outlaws spelen niet het spel van de subversie. Ze zijn meer bezig de ordekrachten voor schut te zetten zonder ze te willen vernietigen. Voor de anarchistische revolutionaire outlaw is dit onmiddellijke spel een klein deel van een veel groter spel. Zij zet veel meer op het spel dan dat van de onmiddellijke ‘misdaad’. Hij neemt zijn leven in handen om de wereld vast te grijpen.
Dit spel combineert dus het doel de heersende orde te vernietigen opdat we een wereld kunnen creëren vrij van overheersing met het verlangen om onze levens hier en nu in handen te nemen, ze naar eigen inzichten vorm te geven. Dit wijst op een methodologie van de praktijk, een reeks middelen die ons onmiddellijke verlangen om onze levens hier en nu zelf vorm te geven weerspiegelt. Deze methodologie kan als volgt worden samengevat:
1. directe actie (zelf werken aan wat we verlangen eerder dan dat aan vertegenwoordigers overlaten)
2. autonomie (weigeren de besluitvorming aan een organisatiestructuur over te laten; organisatie alleen als coördinatie van activiteiten in specifieke projecten en conflicten)
3. permanent conflict (voortdurende strijd naar ons doel toe zonder enig compromis)
4. aanval (geen bemiddeling, pacificatie of opoffering, geen beperking tot louter verdediging of verzet, maar gericht op de vernietiging van de vijand)
Deze methodologie weerspiegelt tegelijk het ultieme doel en het onmiddellijke verlangen van de anarchistische revolutionaire praktijk.
Maar als we die praktijk als een spel willen bekijken, moeten we begrijpen wat voor soort spel het is. Het gaat niet om een spel waarin twee (of meer) tegenstanders tegen elkaar spelen om hetzelfde doel te bereiken. In zo’n spel zou plaats zijn voor compromis en onderhandeling. Integendeel, het subversieve spel is een conflict tussen twee absoluut tegengestelde doelen, het doel alles te overheersen, en het doel een einde te maken aan alle overheersing. Uiteindelijk, de enige manier waarop dit spel kan gewonnen worden, is wanneer een kant de andere helemaal vernietigd. Er is dus geen plaats voor compromis of onderhandelingen, vooral niet voor de anarchisten die in een zwakke positie staan, waar compromissen sluiten opgeven zou betekenen.
De doelen, principes, methodologie en inzicht in de aard van de strijd omschrijven het anarchistische revolutionaire spel. Zoals bij elk spel, is het op basis daarvan dat we een strategie en een tactiek ontwikkelen. Zonder die basis, is spreken over strategie en tactiek zinloos gebabbel. Terwijl tactiek iets is waar we alleen over kunnen spreken in specifieke contexten, wanneer we nadenken welke zetten we moeten doen, is het mogelijk om in veel algemener termen over strategie te spreken. Strategie gaat erover hoe je het aan de dag legt om je doelen te bereiken.
Dat veronderstelt een bewustzijn van een aantal factoren. Om te beginnen, wat is de context waarin je die doelen nastreeft? Welke verhouding is er tussen die doelen en de context? Welke middelen hebben we om die doelen te
bereiken? Wie kan als medeplichtige optreden? Die vragen worden interessant voor anarchisten, omdat ons doel (een einde maken aan alle overheersing) niet iets is voor de verre toekomst. Slechte christenen die we zijn, zijn we niet geïnteresseerd in opoffering voor de toekomstige generaties. Nee, we willen dat doel onmiddellijk in ons eigen leven ervaren en in onze strijd tegen de heersende orde. We moeten die vragen dus bekijken tegen het licht van dat dubbele aspect van ons doel.
De kwestie van de context omvat een analyse van de ruimere, globale context, de aard van de overheersende instituties, de ruimere tendensen die zich ontwikkelen en de potentiële zwakke punten in de heersende orde, de ruimte
voor potentiële breuken. Daarnaast omvat het een onderzoek naar de onmiddellijke context van onze levens, onze vrijwillige en onvrijwillige en ontmoetingen, de onmiddellijke terreinen die we doorkruisen, onze onmiddellijke projecten en zo verder.
De verhouding tussen waar we naar streven en de algemene context van deze sociale orde is er een van absoluut conflict. Omdat we er niet alleen naar streven overheersing te vernietigen, maar er ook onmiddellijk tegen in gaan,
zijn we vijanden van die orde. Dat conflict zit diep in onze levens ingebakken, in de activiteiten die ons opgelegd worden door de regel van het overleven. Dat conflict staat dus centraal wanneer we onze strategie vastleggen.
Omdat een deel van ons doel het terugeisen van onze levens hier en nu is, moeten onze middelen dat ook belichamen. Met andere woorden, alle middelen die dat terugeisen van onze levens opgeeft (zoals gaan stemmen), zijn al een
mislukking op zichzelf. Maar hier wordt het belangrijk om een onderscheid te maken tussen de activiteiten die zo’n mislukking zijn (stemmen, processen voeren, petities, onderhandelen met de vijand) en activiteiten die deel
kunnen uitmaken van het terug eisen van je leven en van de aanval op de instellingen van overheersing (een tijdelijke job, bijvoorbeeld, of bepaalde vormen van oplichting, enzovoort, die toegang geven tot zekere bronnen, informatie en vaardigheden die nuttig kunnen zijn in subversieve activiteit).
Onze medeplichtigen, dat kan iedereen zijn, of ze nu een bewuste anarchistische visie hebben of niet, die manieren vinden in hun specifieke strijd tegen wat hen onderdrukt die overeenkomen met de onze -manieren waarmee ze actief hun leven en strijd onmiddellijk weer in handen nemen. En die medeplichtigheid zou zo lang duren als ze die middelen gebruiken, ze zou stoppen wanneer ze hun autonomie opgeven of met hun heersers beginnen onderhandelen.
Nu we die basis hebben gelegd, hier enkele punten voor een discussie over strategie:
Overleven versus de volheid van het leven. Strategieën voor een voortdurende omverwerping van de dominantie van de overlevingsstrijd over ons levens, strategieën om onze projecten en verlangens te laten bepalen hoe we met de overlevingsstrijd omgaan – bijvoorbeeld, wanneer iemand een baan moet nemen, die te gebruiken tegen de institutie ‘werk’ en de economie door diefstal, door dingen weg te geven, sabotage, door het als een gratis school te gebruiken om vaardigheden op te pikken voor je eigen projecten, altijd bekeken als een tijdelijk middel voor eigen doelstellingen en bereid om te vertrekken zodra je dat wil.
Solidariteit – Er zijn twee verschillende aspecten.
1. Er zijn vele opflakkeringen van sociaal conflict die gedeeltelijk het verlangen weerspiegelen om je leven weer in handen te nemen en overheersing te vernietigen, en die een methodologie aanwenden zoals hierboven beschreven, maar zonder een bewuste totaalkritiek aan de kant van de deelnemers. Hoe verbinden we ons zelfbewust, onophoudelijk conflict met de heersende orde met deze opflakkeringen van conflict, op zo’n manier dat het strookt met onze doelen, ‘principes’ en methodologie? Omdat evangelisme en ‘moreel leiderschap’ tegen onze ‘principes’ ingaan, omdat ze ons tot pionnen maken van een zaak die we nastreven, moeten we hierover denken in termen van medeplichtigheid en openheid.
2. Dan zijn er de momenten waarop de vijand enkele van onze kameraden en medeplichtigen te pakken krijgt en opsluit. Er bestaat een gewoonte om dan te vervallen in een patroon van steun / sociaal werk / liefdadigheid.
Gezien onze doelen en verlangens, vind ik dat een grote fout. Ik ga niet ontkennen dat het opbouwen van steunfondsen en het openhouden van communicatielijnen noodzakelijk zijn, maar de eerste vraag moet zijn hoe we
deze situatie kunnen aangrijpen om de bestaande orde aan te vallen. De anti-gevangenisactiviteiten van de Franse groep Os Cangaceiros kunnen ons inspireren.
Kleinschalige breuken in de sociale orde, elke dag
Elke dag veroorzaken dingen op kleine schaal tijdelijke breuken in de sociale routine. Hoe kunnen we die op een subversieve manier gebruiken tegen de sociale orde, om de realiteit van deze samenleving aan het licht te
brengen en andere mogelijkheden te openen? Hoe kunnen we die breuken veroorzaken op zo’n manier dat ze berusting en acceptatie van normaliteit ondermijnen?
Grootschalige breuken
Rampen, rellen, lokale en regionale opstanden veroorzaken allemaal breuken die veel zeggen over de heersende orde en die mensen tot zelf-activiteit kunnen brengen, tot gulheid, en tot een tijdelijke verwerping van de morele orde van onze samenleving. Hoe kunnen we daar op een duurzamere manier de voordelen van plukken? Hoe kunnen we de verschillende politici en bureaucraten, politieke partijen, vakbondsleiders, militanten, activisten ontmaskeren, zonder zelf over te komen als iemand uit die parasitaire hoop? Er ligt dus een groot en uitdagend spel voor ons, een dat, geloof ik, van onze levens iets fantastisch zou kunnen maken. Het is een spel dat we met overgave moeten spelen, want van dit spel zijn onze levens de inzet.
Er zijn geen garanties, geen zekere methoden om te winnen. Maar voor ieder van ons, als individuen, is er één zekere manier om te verliezen. Dat is wanneer we opgeven, wanneer we ons neerleggen bij wat de heersende orde ons oplegt.
Wie speelt mee?